Tussen de examens door heb ik even wat tijd vrijgemaakt om met mijn camera de Vecht af te speuren naar een paar prachtige libellen. Zoals alle insecten hebben libellen een larvestadium en een volwassen stadium. In het larvestadium bevinden ze zich onder water en vreten ze zich vol met insecten en kleine visjes die ze tegenkomen. Na een aantal jaar is het tijd voor de volgende stap en kruipen ze via een tak of rietstengel uit het water. In de Vecht ontdekte ik een paar larven van de beekrombout, een mooie maar zeldzame libel die vooral in het zuiden en oosten van Nederland voorkomt.

Daar vindt dan de laatste vervelling plaats: er kruipt een volwassen libel uit het huidje. Dit wordt uitsluipen genoemd. Wanneer de libel het huidje heeft verlaten, zijn de vleugels nog klein en verschrompeld, die moeten dus eerst volgepompt worden met bloed en opgedroogd zijn voordat de libel kan vliegen.

Dit moet allemaal snel gebeuren, want zolang libellen nog niet kunnen vliegen, zijn ze een makkelijke prooi voor roofdieren, zoals vogels.

Maar niet alleen roofdieren zijn een gevaar voor net uitgeslopen libellen, ze kunnen natuurlijk ook lastig gevallen worden door mensen zoals ik, die helemaal blij worden als ze zo’n jonge libel vinden in het riet! Van de rombout op de vorige foto heb ik ook nog een paar close-ups gemaakt. Eén van het lege huidje waar de libel aan hangt te drogen…

… en één van de verse vleugels, die door de lichtinval een hele mooie glans krijgen!

Naast al deze jonge beekrombouten vond ik ook nog een heleboel libellen die al wel konden vliegen, waaronder een aantal weidebeekjuffers. Dit is een van mijn favoriete soorten en naar mijn mening verreweg de mooiste waterjuffer van Nederland! Ze zijn nu volop te vinden langs de Vecht, waar ze sierlijk langs de waterkant vliegen. Beide geslachten zijn prachtig op hun eigen manier. De mannetjes zijn erg opvallend als ze vliegen door hun blauw glanzende lijfje en grote doorzichtige vleugels met grote donkere vlekken erop. De vrouwtjes vallen wat minder op, maar zijn daarom niet minder mooi, zij hebben een groen glanzend lijfje en bruingroene vleugels zonder vlekken. De vrouwtjes bleven vaak rustig zitten en lieten mij behoorlijk dichtbij komen.

De mannetjes daarentegen… Elke keer als ik ook maar in de buurt kwam, vlogen ze meteen op om vervolgens een paar meter verderop weer neer te strijken, vaak op een plek waar ik niet dichtbij kon komen. Maar soms moet je een beetje geluk hebben: na vele mislukte pogingen ontdekte ik een mannetje op een uitgebloeide paardenbloem. Deze liet mij gelukkig wel mijn gang gaan en vloog soms eventjes weg, maar ging dan telkens weer op dezelfde bloem zitten. De uiteindelijke foto vind ik erg mooi geworden!

Zo, genoeg vrije tijd gehad, nu weer terug aan de studie!
Je hebt weer prachtige foto’s gemaakt Quinten!
Bedankt Geertje! 🙂
De foto van de beekrombout naast het huidje waar hij uit is gekropen vind ik heel mooi symbolisch voor iemand die bezig is met z’n examens! Dat jij ook maar mooi mag ‘uitsluipen’ en je vleugels uitslaan in zulke schitterende kleuren 🙂
De laatste foto is extra mooi juist door het wit van de paardenbloem als contrast met het diepe blauw van de waterjuffer.
Inderdaad mooi symbolisch Maarten, zo had ik er zelf nog niet over nagedacht. Ik ben nu klaar met mijn examens en ik heb er best een goed gevoel over, dus ik denk dat dat ‘uitsluipen’ wel gaat lukken! 😀
Altijd geweldig om de geboorte van een libel mee te maken, maar van de Beekrombout heb ik het nog nooit gezien, gaaf!